Serv is een pragmatisch man, dus mijn wedstrijd verliep in hoog tempo. Na de 500 volgt namelijk direct de 1500. Daarna komt de 1000 en meervouden daarvan. Dit alles ivm het zo weinig mogelijk verleggen van de start. Tussen beide afstanden zat dus weinig tijd, maar inrijden kan toch niet in Nijmegen en zo kan je het gevoel van de 500 een beetje vasthouden.
Dan de uitkomst. Serv's ijspaleis blijkt sneller dan Utrecht, maar Utrecht voelt door het vertrouwde ritme 100 recht, 100 krom prettiger aan. Bovendien haperde mijn klapmechanisme vanavond door een vastzittend asje (te strak aangedraaid?). Hierdoor moest de rechterschaats ouderwets hoog over de linker getild worden in de bocht om niet schrapend af te remmen. Goed dat Jan van Niejenhuis het niet zag.
Op de 500 kwam ik tot 42.78. Niet veel sneller dan de 42.89 van vanochtend, maar ik moest in de buitenbaan van start en dan valt de eerste bocht niet mee door de zeer korte aanloop. De ochtendtijd was ook erg goed voor mijn doen (0.66 sneller dan ooit eerder in Utrecht). De 1500 eindigde vanavond (half schrapend) in 2.08.88. Ruim 2 seconden sneller dan de 2.10.97 van vanochtend.
Eindconclusie: Het gevoel is goed, het wordt tijd om het vizier richting Thialf te richten en de training verder te beperken tot wat snelheidswerk en psychologische oorlogsvoering tegen de concurrentie.