Heden ochtend is een memorabele schaatsmarathon verreden. De laatste ?gewone?? landelijke schaatsmarathon voor de oudere strijders op bevroren water. Dit wilden we als afgedankten van de KNSB-sectie-marathon niet onopgemerkt voorbij laten gaan. In een ongewoon broederlijk overleg smeedden de Groningers afgelopen week tezamen met de Utrechters een plan: Na afloop van de wedstrijd zou een doodskist met opschrift door de zes oudste schaatsmakkers, die voor de gelegenheid in tenue en hooggehoed zouden worden uitgedost, rond worden gereden over het ijs. Albert Bakker had als natuurlijk leider van de groep een speech voorbereid. Zo zou geschieden. Totdat?
de KNSB in een belachelijk kinderachtige poging ons monddood te maken, besloot tijdens onze wedstrijd de kist en toebehoren uit de kleedkamer te vervreemden en ergens weg te bergen. Geen kist, dan ook geen afscheid van het ijs. Dus stonden we urenlang op het ijs terwijl de KNSB bonzen (met Heinze Bakker voorop) hoog ergens in hun hok bleven zitten. Ze wilden ons niet spreken en gaven geen microfoon om ons verhaal te doen en een behoorlijk (maar ludiek) afscheid te nemen van onze landelijke marathonsport. Wat een houding maten de bonzen zich aan. Het organiserende gewest Friesland zat eerst alleen nog maar met de handen in het haar, maar uiteindelijk sloeg de totale paniek toe. Rein Zwart die ons aanvankelijk steunde, haalde bakzeil en probeerde ons van het ijs te dirigeren. Hetgeen mislukte. Na lange tijd kreeg Albert de microfoon, deed zijn verhaal en reden we gezamenlijk onze laatste ronde. Zonder kist.
Die kist is niet meer gezien. Albert B. heeft meen ik nog aangifte gedaan van diefstal. De verhoudingen zijn vrees ik voor langere tijd verstoord.
Thuis aangekomen lag er een brief van de KNSB-sectie-marathon op de deurmat. De veteranen krijgen volgend jaar de ruimte in de marathonkalender die ze verdienen. Ergens.
Fred