Deelnemers; 15
Weer 17 graden, wind W 4 m/s
Parcours; 75 km voor 13, 65 km voor 2; (Vriend en Schrijver dezes verkozen het bankje, bovenaan de Zypenberg).
Nu ik druk was en Bijna, Bijna maar noch niet helemaal, op vakantie, was een therapeutisch fietsritje op de Wilde Woensdagavond wel zo verantwoord. Bovendien bleek tussen de buien door de zuurstof in hoge mate aanwezig.
Onderweg bleek al rap de sterke Hoogmoed ons goedgemutste peleton bijkans uit het wiel, op het valse plat van de Geertjesweg te rijden, maar wij vermanden ons, tesamen met de Notenkraakster waarna Goeroe het roer overnam, alsmede het gaspedaal en dat ingedrukt hield totaan de natte slingers, onderin Renkum.
De gladde nattigheid gaf mij de gelegenheid het commando te grijpen en het gas los te koppelen tot voorbij de Boersberg. Het leek mij onder deze onvermoedde omstandigheden, het meest zelfredzaam.
Op weg naar de Hemelse Berg begon het gedonder echter opnieuw en terwijl mijn companen mij in het voorbijgaan voor (o.a) lafaard uit maakten demareerde Piet, die de laatste weken zo sterk was dat ik er achterdochtig van werd.
Een kwartier later zou hij ontkennen er een geheime en hitsige vriendin op te houden hetgeen natuurlijk mogelijk was aangezien ook lange en agressie opwekkende onthouding onvermoede energie kan vrijmaken.
Piet werd teruggepakt en door de rotonde boven linksom te pakken handhaafde ik mij voorbij de Hemlse Berg in het Wilde Groepje waaruit Neef nu weg sprong en waarin een nieuwe gast; de Kleppenkoning (tevens cardioloog van o.a de Lcomotief).
Ook sloten hier Kornuit en de Lange Schaduw (woonachtig in Arnhem) aan, van welke laatste ik uit mijn ooghoeken zag dat hij niet-begrijpend mijn snot, spuug, hijg en bloeddoorlopen blik monsterde
Dit alles terwijl ik hem passeerde, me vastbijtend in de levensbedreigende achterwielen van Cor en Chaos.
Ik was niet in de positie kieskeurig te zijn.
Op weg naar het Kerkhof passeerden wij opnieuw 3 kruisingen en nat, hetgeen mij alweer het commando bracht waarna een nu zwaar geloste Fynproever bij Warnsborn voor een Toegift zorgde; Pauze........................