Door Jack Schoenmakers
Ooit was de Criq voor een boel STW fietsliefhebbers de conditionele graadmeter aan het eind van de zomer. Te midden van de mooie Ardennen in LaRoche met 1500 deelnemers aan de start de stad uit en na 167 km en 3300 hoogtemeters als een dood vogeltje weer aankomen. Met een T-shirt en een diploma naar huis, Waarbij de klassering binnen de leeftijdsklasse interessant was.
Maar de Criq is geen cyclosportieve meer (iets met reglementen en verzekeringen). En de afweging tussen genieten en afzien lijkt wat gekanteld: dit jaar was ik de enige STW-deelnemer.
De opzet van het evenement is nog grotendeels als vanouds: om 9 uur voor de liefhebbers verzamelen in het centrum, dan een gezamenlijke start, bergop LaRoche uit en vervolgens proberen zoveel mogelijk in groepen de rit uit te rijden. Veilig genoeg met overal nog seingevers op de kruispunten. De groep was nu nog ongeveer 750 deelnemers groot.

Er zijn trouwens ook een 138 km versie, een gravelversie en de Petite Crique á 96 km.
Intussen ken ik de route wel uit mijn hoofd en de +/- 20 klimmen zijn dan ook geen verassing meer.
Dat gold niet voor iedereen: na dik 65 km ligt een serieuze hindernis. De Mur de la Vélomédiane: een venijnig klimmetje (met de eerste 800 m rond de 15%) wat direct na een scherpe bocht (zeg 130 graden) opduikt. Ken je die bocht niet dan eindig je onderaan op je rug met de fiets boven je, zoals nu iemand overkwam.
Vervolgens de eerste ravitaillering en dan bij de 3e passage van LaRoche de Col de Haussire op. Een verzameling pittige stijgingen (o.m. 300 m à 15%) die het veld helemaal uit elkaar doet slaan. Daarna is het nog een lange weg te gaan (bijna 100 km). Na ongeveer 115 km zijn de beentjes als het goed gaat wel weer wat hersteld en duikt de Côte de Roche à Frêne (2,0 km. – 9,5%) op en na 126 km de 2e verversingspost.
Die ik dit jaar verassend makkelijk bereikte, waarschijnlijk mede vanwege de milde temperatuur (begonnen rond 12 graden, soms wat miezer en in de middag een zonnetje). Dus geen rekoefeningen daar maar een banaantje en weer gaan.
Het slotstuk was als vanouds een mentale knokpartij voor bijna iedereen. Na korte tijd dook in de meeste versies de Cote de Beffe op (met 1.5 km a 9% bijna niet te doen). Nu werden we daar omheen geleid, maar ja: wel naar de top ervan, dus dezelfde hoeveelheid hoogtemeters. Daarna ploeterde iedereen als een soort zombie in alle stilte naar het slot: de afdaling van 9 km naar LaRoche. Bovenaan kun je alvast uitrekenen waar je eindtijd op uitkomt. Hoe vaak ik daar (dit was al mijn 18e deelname!) nog vol gas op de grens van een gouden en zilveren diploma heb gezeten ben ik kwijt. Nu was dat niet relevant meer en ben ik iets relaxter naar beneden gereden.
Zo kwam ik bruto op 7 uur 03 uit. Dat leverde een plaats s in het midden van de groep op, waar ik wel tevreden mee was. Na afloop weer een mooi T-shirt gescoord, een vette worst gegeten, gedouched in het inmiddels gerenoveerde zwembad en weer naar huis. Kijken of volgend jaar meer STW-ers nog eens de tocht willen rijden.
