Jury-instructie

Tijd: Zondag van 16.30 – 19.00 uur (vertrek uit Wageningen 15.45 uur, tenzij onderling anders afgesproken)

Taken: Bij aankomst melden bij het wedstrijdsecretariaat (Trefpunt) dat je er bent!

16.30 – 17.00 uur:

  • Kussens tegen de palen en trappen naar de tribune zetten
  • Oranje pylonen plaatsen om het finishgebied vrij te houden
  • Bord ‘knsb-schaatsers daar het ijs op’ plaatsen achter de finish
  • Rondebord neerzetten en aansluiten (kabels door de goot)
  • Boven checken of cijfers rondebord en bel werken
  • In begin seizoen, als de baan nog niet gemarkeerd is: helpen de baan uitzetten (met touw langs de binnenkant lopen; rijders moeten de blokjes leggen)
  • ET installeren:
    • Apparaten pakken (schakelaars omzetten als zij van het lichtnet worden losgekoppeld!) en naast het ijs klaarzetten
    • Kabel pakken en door de goot trekken; aansluiten aan het juryhuis
  • Zodra de zamboni van het ijs is:
    • ET op het ijs plaatsen, aansluiten en controleren of de ogen goed gericht zijn
    • Aansluiten
    • Controleren of het ook boven reageert

Tegen 17.00 uur:

  • Klokjes pakken, pen klaarleggen (heeft iedereen een startlijst?)
  • Eventueel startlijst aanpassen op aanwijzing van hoofdsecretariaat
  • Werking klok checken
  • Je naam en STW op alle bladzijden van de startlijst zetten
  • De in te vullen tussentijden bovenaan alvast invullen
  • Op de lijst de ritten doorhalen waarvan je de tijd niet hoeft te noteren

Aandachtspunten:

  • De links zittende juryleden klokken wit en rood; de rechts zittende geel en blauw.
  • Tussentijden noteren van één rijder (voor links: wit; achter links: rood; voor rechts: geel; achter rechts: blauw (soms is de band – ten onrechte- groen).
  • Het betreffende voorste jurylid roept goed hoorbaar telkens de kleur die als eerste van het eigen koppel de finishlijn passeert.
  • Eindtijd van beide rijders noteren.
  • Tijden noteren in honderdsten van seconden.
  • Als de handtijd als officiële tijd moet gelden omdat de ET niet de (juiste) tijd registreerde, worden door het secretariaat de handtijden opgevraagd. Het is het snelste om daarbij een strakke discipline te hanteren.
  • Als de kleur waarom het gaat wordt gevraagd, geeft eerst het voorste jurylid zijn/haar tijd, daarna doet het achterste jurylid dat (daarna worden de tijden van de volgende kleur gevraagd). De tijden die gegeven worden, moeten de tijden zijn zoals die werden geklokt, dus zonder correctie (het hoofdsecretariaat zorgt ervoor dat de twee handtijden worden gemiddeld tot één tijd, en telt de voorgeschreven 0,2 (tweetiende) seconde erbij).
  • De finish moet worden geklokt op het moment dat de voorste schaats de finish passeert (de finish denkbeeldig doortrekken als iemand bij de finish uit de eigen baan schiet). Dus: als iemand valt vlak voor de finish niet op handen of hoofd letten, maar scherp de voorste schaats in de gaten houden. N.B.: in zo’n geval is de langzaamste tijd (handtijd of ET tijd) de officiële eindtijd.
  • Bij onregelmatigheden tijdens de rit wel alle tijden blijven klokken – de wedstrijdleider beslist vaak pas na de rit (wedstrijd) of iemand gediskwalificeerd wordt of niet; bovendien kan een bezwaar tegen diskwalificatie worden ingediend en toegewezen, dan moet er wel een tijd genoteerd zijn!
  • Onregelmatigheden tijdens de rit op de startlijst noteren (niet gestart, val, verkeerde wissel, etc.).
  • Regeling indien bij handtijd gelijktijdige finish: alleen de voorste tijd klokken en letten op het aantal meters verschil: 1 meter = 0,1 seconde (je schrijft de tijd op en vult bij de tweede rijder in op hoeveel meter die lag; het wedstrijdsecretariaat moet de meters in seconden en dus een eindtijd ‘vertalen’).

Werking van de klok (chronometer):

  • Bovenaan zitten 3 knoppen.
  • Start: de rechter knop indrukken.
  • Tussentijd: de linker knop.
  • Winnende rijder van de rit finisht: linker knop.
  • Tweede rijder finisht: rechter knop.
  • De winnende tijd staat helemaal bovenaan in het schermpje, de verliezende tijd is de onderste. (De middelste tijd op de klok is tijdens de rit de rondetijd van de eigen kleur. Als de eigen kleur de rit wint, is de middelste tijd de tijd van de laatste ronde van de winnende ‘eigen’ kleur (rondetijden hoeven wij niet te noteren overigens); als de andere kleur de rit wint, dan slaat de middelste tijd nergens op (vermeldt nl. het aantal seconden dat verstreek tussen het moment dat je eigen rijder aan de laatste ronde begon, en de finish van de winnaar).
  • Op de startlijst aanvinken wie de rit won (soms blijkt men dat achteraf opeens niet meer precies te weten).
  • Als jouw kleur dubbelt of wordt gedubbeld is het handig om niet alleen de eigen tussentijden te noteren, maar om ook af te vinken als de tegenstander de finish passeert (hoe meer mensen een rit nauwgezet volgen, des te kleiner het risico dat er fouten worden gemaakt).

Licht:

  • Jurylid rechts voor bedient het licht, en zorgt er voor het begin van een nieuwe afstand voor dat de lichten zo worden gedraaid dat de starter deze kan zien.
    • het licht op groen als de jury gereed is (na een onrustige rit met onregelmatigheden niet te gauw aannemen dat het licht op groen kan, maar navraag doen).
    • licht op rood zodra het tweede paar van het kwartet is gestart.