STW Zuid Limburg Fietsweekend 24 t/m 26 mei

Van onze speciale verslaggever Remon Kniest. Een verslag, de schrijver voelt zich niet verantwoordelijk voor het aandikken van gebeurtenissen of licht verdraaien van feiten.

De spulletjes liggen vrijdagochtend al klaar: veel is er niet nodig. Het weer wordt prima, hoewel daar vandaag niet veel van blijkt. In de aanhoudende regen rijden we, Helma en ik, ’s avonds naar “De bonte koe”. Mensen hebben zich rondom grote pannen aangeschoven en zijn aan het stapelen. We schuiven aan en ik neem een wijntje. “Dit zijn de schaatsers dus” denk ik bij mezelf. Even rondkijken, obese komt hier niet voor. Ik stel me voor door met een hand te zwaaien en mijn voornaam te zeggen. Rondgaan en handjes schudden terwijl iedereen bezig calorieën te innen, leek me wat te officieel. Want de stemming is juist gemoedelijk. Het is best lang geleden dat ik met een groep gefietst heb dus ik ben ook wel nieuwsgierig hoe ik er voor sta. Morgen weet ik het snel genoeg. Eerst slapen.

Ik hoor het geluid van glazen die op tafel worden gezet. Het moet rond 7.30 zijn schat ik in. Het plan is om 8 uur te ontbijten en 9.00 te vertrekken. Er is geen tekort aan voedsel. Ik zie sommigen met een grote bak kwark of yoghurt aan het werk. De ander bereidt fruit en ik besluit koffie te zetten. We zijn met totaal 14 mensen, daarvan willen er grofweg 5 koffie. Gewoon volgooien. De namen leer ik langzaam kennen. Wie is Bauke ook weer? Oh ja, die met het tijdritstuur. Ja, mensen determineren aan de hand van hun fiets, shirt of helm. Ik spreek Bauke aan op de bijzondere fiets. “Van Polit overgenomen” , verrek inderdaad die prof van destijds de Katusha ploeg. Anderen maken de fiets klaar. Ik zie iemand met twee wielen: de spanner zit klem in de spaken. Het blijkt Jolle te zijn en na een handje toe te steken zijn de wielen uit elkaar. Er is een diep donkerrode fiets: die is van Rikje. Ze loopt net naar buiten en is er klaar voor. Het weer is druilerig en ik herken sommigen gewoon niet.

We gaan. Meerdere mensen hebben de route, dus dat moet wel snor zitten om elkaar niet kwijt te raken. Ik zie een jongedame met een Liv fiets: is dat een echte prof geweest….dat belooft wat. Inhouden Remon, geen gekke dingen doen. Voordat je het weet, is je kruid verschoten en moet je nog 100km. Ik blijf dat in het begin veel denken. Nadat ik de groep heb opgehouden omdat ik mijn broek binnenstebuiten had aangetrokken, kunnen we echt verder. Ik fiets achteraan: zo, die Rikje, die trapt zwaar! Dan moet dat frame inmiddels wel een keer compleet krom zijn getrapt! Niets van dat alles, gewoon strak op het spoor. Gisteravond had ze gezegd dat haar lievelingsschaatsafstand de 1500m is. Aha…die kan diep gaan, met de nodige kracht. We hadden het er ook over dat de afstand van vandaag, 140k+, wel wat angst inboezemt. “Het is de eerste lange tocht”, voor mij dan terwijl Rikje deze week ook al de Elfstedentocht heeft afgelegd! Geen idee voor hoeveel anderen dat ook gold. Niet voor Jacques kreeg ik de indruk: lieve hemel, dit is een serieuze langeduursporter, hoe langer hoe beter. Maar ook hij geeft aan in te houden: “Vandaag ga ik niet hard om morgen wel te knallen”, vertelt hij en ik zie de  Wattmetertjes morgen al in het rood schieten om bij de groep te blijven. Er is een lekke band, snel opgelost, en na wat stopjes om de groep compact te houden, doemt de eerste langere klim op: de Vaalserberg.

Bovenaan wachten is het devies, maar het is best druk: Limburgs Mooiste wordt vandaag ook verreden. Bauke, Jolle, Helma en iemand die ik nog nader moet specificeren, gaan voorop en zijn door een langere bocht uit het zicht. Ik besluit bovenaan bij een splitsing, waar we linksaf moeten te wachten. We missen Bauke, zegt iemand…nog even wachten. Maar Bauke komt niet. We besluiten verder te gaan en komen de snellere klimmers tegen. We zijn compleet, dacht ik. Direct in de afdaling moet je linksaf en langs een slagboom een pad op. Het is nat en donkertjes en dus ook glad, zeg ik tegen mezelf. Schaatsers draaien hun hand er niet voor om fietsen te interpreteren als een survival weekend, want als snel blijkt het pad een modder, blaadjes, boomwortel en stenen plaveisel te zijn, dat steil naar beneden loopt. Oh nee, als dit zo doorgaat…door heel Duitsland richting de Eiffel, dat wordt dikke ellende. Het bochtenwerk is de schaatsers toevertrouwd, ja als geen ander weten ze natuurlijk hoe je de heup in de bocht moet draaien en erin moet gaan hangen. Door bandensporen weet ik welke route zij hebben genomen. “Waar is Bauke?”, vraagt iedereen. Er wordt gebeld, geappt. Geen respons. Een livetracker wordt gedeeld en we trekken verder, maar helemaal lekker zit het ons niet. “Ja, ik was wel even kwaad, maar ik heb een op de bonnefooiroute in België gereden en was bijna in Luik”, zei Bauke achteraf in de tuin met een lekker biertje op het terras tegen ik meen Johan, Rikje en Jean Paul. Die laatste fietste als een stille soort van duikboot door het landschap: gestroomlijnd, voorwaarts, harde schil en als het moet of kan heel rap. Dat bleek niet alleen zo nu dan bergop, maar ook bergaf naar een meer in de Eiffel. Hij is bijna uit het zicht, maar duidelijk is dat hier niet alleen bochttechniek van het schaatsen aan het werk is. “Jean Paul is onze motorrijder” , zei Jacques en we praten over racen van vroeger. Jack Middelbrug, het ongeluk van France Ucini. We discussiëren over genetisch gemanipuleerd voedsel, Europa en toekomst. Het voedsel bij de stop is super in ieder geval. Nu breekt de zon ook echt door en dekentjes kunnen van de schoot af. De langeroutegroep komt aan: ja we hebben zeker tips voor taart, die stilt de honger wel zo groot zijn ze…en lekker. Tot mijn schrik zegt Johan dat hij niet ok is: Durchlauf gehabt. Nu moet je nog terug…hoe doe je dat, denk ik, maar schaatsers zijn anders dan ik…die gaan gewoon door!

We klimmen de vallei uit en ik hoor een soepele tred achter me: Froukje pedalleert als een soort hinde naar boven, op tempo. Ik moet wat versnellen om bij te blijven. Ai de klim mag op deze wijze niet te lang zijn. Dat is ie ook niet. Even later komt een langere echte klim. Ik kijk of ik een zeker verzet in stand kan houden: nee, teveel van het goede. De mooie omgeving, veel bos, doorkijkjes naar een meer. Het is hier gemoedelijk, maar nu moet ik voor mijn gevoel echt aan de bak en de eerste  zweetdruppel valt van mijn helm. Froukje fietst voor me, haar tempo ligt net te hoog. Net als dat van Jacques, Floor, Helma en Jolle en wellicht nog meer: vergeet het maar, die zijn gevlogen. Ik posteer mij achterin op de wat grotere wegen. Even verder komen we op, naar alle waarschijnlijkheid(?), mooi geasfalteerde voormalige treinrails. Kilometer na kilometer trekt Floor op kop, eerst rustig, maar daarna gingen we als een TGV over het fietspad en denderden we door. “Floor kan echt heel goed temporijden op kop”, zegt Jose als ik even achteraan ben. “ En hij lijkt precies te weten welk tempo gewenst is”, vertelt ze. Niet veel later is er toch even een afscheiding in de groep na een nattige, bonkige, korte steile afdaling. Helma, Rikje, Michiel, Jose en ik kabbelen verder na een stop. Jose had zich eerder haast verslikt in een stukje boterham al fietsend, dus gewoon stoppen om te eten. Ik peuzel nog een stukje van een reep weg en merk aan mijn bidon dat ie zwaar is: weer te weinig gedronken, we hoeven niet heel ver meer. De laatste 15km fietsen Helma en ik samen, als vanouds voelt het…als te lang geleden bijna. Het weer is super, de uitzichten prachtig.

Over het avondeten wordt hier geen verder mededeling gedaan behalve dat iedereen een bijdrage levert aan de eenvoudige, doch voedzame maaltijd zou Bommel zeggen. Het was lekker ook, zo eenvoudig kan het zijn. Ik luister naar de verhalen van Rikje en Floor over hoe het hun (groot)ouders is vergaan ten tijde van de oorlog. Interessant om te horen.

 

Wederom hoor ik het geluid van glazen die op tafel worden gezet. Hoe voelen de beentjes….niet slecht. Er is zon, er is warmte, al vroeg in de ochtend. Het is Willeke volgens mij die in alle vroegte het ontbijt klaarzet. Zij is die ene met de Liv fiets volgens mij, denk ik. De natte kleding van gisteren is vervangen door strakke, droge wieleroutfits met her en der dikke reclame en andere uitingen die geen misverstand laten over de herkomst, dan wel product of vrije tijdsbesteding. Er worden kort fietsen gepoetst, ik geef Johan een stoffer die ik ergens uit een voorraadkast getrokken had. Iets na negenen gaan we op pad, een dagje slingeren door Zuid Limburg. Jacques weet de route en heeft die kennelijk met sommigen gedeeld, ik denk niet na en volg gewoon en zie wel. Ik heb epische verhalen gehoord over “de Smidse” en ik verheug me op deze stop: vlaai!

We slingeren door het Zuidlimburgse land, het gaat wel lekker na die 140km van gisteren. Vooraan fietst eigenlijk altijd Jolle, geflankeerd door een wisseling van anderen uit de groep. “Linksaf”, en ik weet welke er komen gaat: Keutenberg als eerste om te overwinnen. Even ervoor was Jose via een kortere route richting “De Smidse” getrokken om het terras te verkennen, te benutten en als het even zou uitkomen misschien wel vrij te houden. De Keutenberg ging aardig maar versnellen naar het einde is er niet bij. Bovenaan kom ik later Jolle tegen: hij hijgt niet! Dat is een duidelijk signaal over zijn fysieke gesteldheid. De route gaat over heuvels als de Sibbeberg, Cauberg, Geulhemmerberg, Bemelerberg. Bij deze laatste geeft Jolle gas, althans hij poeft maar door. Johan komt mij voorbij en ik probeer aan te haken, dat lukt maar niet heel erg van harte. Eenmaal bij “de Smids” blijkt Jose het al prima naar de zin te hebben. Niets teveel gezegd over de vlaai: superlekker. Bauke vertelt over een boek van Geert Mak over hoe Amsterdam zich heeft ontwikkeld. Grappige feiten duiken op: duinzand ophalen om in Amsterdam op de drassige grond te gooien, zo ging dat om de boel een beetje leefbaar te maken. Na de tweede consumptieronde volgt een soort kaf van het koren scheiding: Floor, Jacques en Jolle gooien er nog wat serieuze klimmetjes tegen aan. De rest vindt het wel welletjes en gaat via een korte route naar “de bonte Koe”. Op de terugweg af en toe even versnellen, even dollen. Maar bovenal genieten. Teruggekomen even douchen, spullen opruimen, ervaringen uitwisselen, wat schoonmaken en de terugreis kan ingezet worden. Limburg, het was leuk met de schaatsers! Voor mij wel eenmalig, maar had het niet willen missen.

Met dank aan de organisatoren van het weekeinde: Johan Crebas en Willeke Koers!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.